Historie:
In 1910 werden er langs en op de Veluwe diverse sanatoria gebouwd omdat de locatie in de bossen op de Veluwe als een gezonde omgeving voor zieken werd gevonden. „De tuberculose verbreidt zich in het gezin door onzindelijkheid, te kleine woonruimte, gesloten vensters, drankmisbruik.” aldus de tekst op een voorlichtingsposter uit het begin van de twintigste eeuw. Tbc-patiënten hadden duidelijk behoefte aan een frisse omgeving en goede voeding, de diverse sanatoria waren bedoeld om in deze nood te voorzien. Na de Tweede Wereldoorlog werden er een aantal belangrijke medische ontdekkingen gedaan op het gebied van tbc. Medicijnen maakten langdurige bedrust overbodig en daardoor sloten vele sanatoria hun deuren. Dit sanatorium deed vanaf 1964 tevens dienst als ziekenhuis en verpleeghuis en op 1-3-1973 werd het sanatorium definitief gesloten. Het ziekenhuis is inmiddels gefuseerd tot het huidige. Het oorspronkelijke sanatorium werd later een ziekenhuis dat in 1975 fuseerde met twee andere ziekenhuizen. Tot 1987 bleef het gebouw een ziekenhuis, daarna kwam het leeg te staan omdat de nieuwbouw in gebruik genomen werd. Het oude gebouw is inmiddels gerenoveerd en verbouwd tot luxe appartementen.
Ondanks het feit dat tuberculoselijders vaak geen pijn hadden moesten ze toch 24 uur per dag bedrust houden. De zuster kwam dan langs met de tandenborstel of de po, want zelfs dat mocht je niet zelf doen.” Vooral bij jonge patiënten zorgde dit voor verveling. De regels werden echter streng gehandhaafd; rust, goede voeding en frisse lucht waren lange tijd de enige ingrediënten voor herstel. Om de patiënten te vermaken werd een programma opgesteld voor de avonden. De invulling was divers: van een lezing door dominee Staal over geloofszekerheid tot een filmavond over Robinson Crusoë. Verder konden de tbc-patiënten handwerken of boekbinden. Voor de kinderen was er overdag de school van het sanatorium; liggend op bed kregen ze hun lessen van een van de vijf leerkrachten die in dienst stonden van Sonnevanck.
Het sanatorium had een mannen- en een vrouwenpaviljoenen. De zusters controleerden streng of er geen relaties ontstonden tussen patiënten die thuis al een man of vrouw hadden. De verpleegkundigen waren zelf echter ook niet vrij van romantische gevoelens. „Om de zes weken werd er gewisseld van paviljoen, zodat er geen sprake kon zijn van duurzame relaties”. Was er toch sprake van een relatie tussen een verpleegster en een patiënt, dan kon de verpleegster onmiddellijk haar koffers pakken.
Over het leven na de dood werd in de besloten gemeenschap regelmatig nagedacht. De predikanten die in dienst stonden van het verpleeghuis kwamen op bezoek en besteedden dan aandacht aan het geestelijk welzijn van de zieken. Ook konden de zusters ondanks hun lange werkdagen catechese volgen; predikanten kwamen bij het sanatorium om de jonge vrouwen onderricht te geven. Wekelijks werd er een kerkdienst gehouden in een zaaltje, dat in 1961 werd vervangen door een kerkgebouw op het terrein.
In de jaren 60 en 70 werden er in Nederland tientallen verpleeghuizen gebouwd. Het sanatorium ging met de tijd mee en werd in 1973 uitgebreid met nieuwbouw speciaal voor verpleeghuisbehoeftige patienten. In 1982 volgde wederom nieuwbouw waarna het bestaande gedeelte werd gerenoveerd. Inmiddels is ook deze opzet alweer achterhaald, meer persoons slaapkamers is bijvoorbeeld niet meer van deze tijd. Er wordt dan ook volop kleinschalige nieuwbouw gepleegd, waarna de oude gebouwen worden gesloopt om plaats te maken voor nieuwbouw.
|