Historie:
Het land waarop het psychiatrisch ziekenhuis Veldwijk destijds gebouwd werd behoorde waarschijnlijk ooit toe aan de familie Feith. Bekend is dat er in een koopakte van 1806 over landgoed 'Feithenberg' of 'Veldwijk' gesproken wordt. In 1866 kwam het landgoed in bezit van mevrouw G.C.E.Chevallier-Stienstra die het kocht van een notaris uit Harderwijk, Dhr. J.Mol. De familie liet een mooi landhuis bouwen in neoklassieke stijl, dat in 1871 betrokken werd. Toen mevrouw Chevallier in 1879 overleed erfde Dhr.J.Chevallier het gehele landgoed.
Toen predikant Lukas Lindeboom in 1873 een bezoek aan een krankzinnigengesticht Santpoort bracht (zie elders op deze website), besloot hij zich in te gaan zetten voor de krankzinnigen. De kerken waren een belangrijke partij in deze en Lindeboom zorgde ervoor dat er belangstelling kwam voor christelijke verzorging van krankzinnigen, doofstommen en blinden. In oktober 1884 werd uiteindelijk de Vereeniging tot Christelijke verzorging van Krankzinnigen en Zenuwlijders in Nederland opgericht. Toen de heer Chevallier hoorde dat de vereniging een plaats zocht om een krankzinnigengesticht te beginnen bood hij daarvoor zijn landhuis op Veldwijk aan. Hij verkocht het landgoed in 1885 voor 40.000 gulden aan de vereniging. Om het terrein geschikt te maken voor verpleging besloot de vereniging om het paviljoenstelsel toe te passen. In juni 1885 werd de eerste steen gelegd en op 28 januari 1886 werd Veldwijk geopend en kwam de eerste patiënt in zorg.
De heer Chevallier werd rentmeester van Veldwijk en liet aan de rand van het terrein een huis bouwen op een stuk grond dat hij voor zichzelf gehouden had; "de Riethorst". In de loop der jaren groeide de instelling en na 25 jaar waren er 24 paviljoens, een kerk, keuken, magazijn, elektrische centrale met ketelhuis, een wasserij, een brood- en banketbakkerij, een aantal werkplaatsen etc. Ook had de instelling een eigen brandweer waarvan het personeel op het terrein woonde. Aangezien Veldwijk ver van de buitenwereld gelegen was zorgde Chevallier er in 1883 voor dat er op Ermelo-Veldwijk een eenvoudig stationnetje kwam, waar enkele malen per dag een trein stopte. In de onderhandelingen werd opgenomen dat de heer Chevallier twintig jaar lang garant zou staan voor het eventuele verlies dat de spoorwegen hierdoor zou kunnen leiden, hetgeen nooit gebeurd is.
De eerste jaren was het landgoed alleen toegankelijk voor personeel, voor de vele nieuwsgierigen, landlopers en wandelaars was het verboden terrein.
Door de eerste en tweede wereldoorlog én de crisisjaren daartussenin waren er weinig financiële middelen om Veldwijk te laten groeien. Zo was het Veldwijk van de jaren 60 vrijwel hetzelfde als begin 1900: grote paviljoens tussen de bomen en verboden toegang voor de buitenwereld.
Toen er in de jaren zestig verdwenen langzaamaan de hekken en het toegangsverbod, patiënten kregen meer bewegingsvrijheid en er werd meer gezocht werd naar behandelmogelijkheden in plaats van alleen maar te verzorgen en verplegen. Met name door de steeds beter wordende medicatie hadden patiënten veel minder hulp nodig en zo ontstonden in de jaren tachtig de sociowoningen. Patienten woonden hier samen en regelden zo goed als zelfstandig hun eigen huishouden. Deze sociowoningen werden ook aan de rand, of zelfs buiten het terrein gebouwd. Een volgende grote verandering vond plaats in de jaren tachtig toen men vond dat mensen zoveel mogelijk in hun eigen omgeving behandeld moesten worden. Waar eerder snel tot opname werd overgegaan werd nu geprobeerd patienten zoveel mogelijk ambulant te behandelen, waarbij het doel was dat men moest leren leven met de beperking die men had. Ook voor de behandeling daarvan werden aparte instellingen opgericht en zo ontstonden (ook begin jaren tachtig) de RIAGG's. Deze richtten zich nadrukkelijker op de sociale psychiatrie en op preventie: het bevorderen van de geestelijke weerbaarheid van burgers en van geestelijke gezondheid in het algemeen. Ook ontstonden er pensions waar, vaak ex psychiatrisch patienten, konden wonen maar waar de nadruk nog steeds op zorg lag. Uit diverse van deze pensions ontstond de RIBW Noord- en West Veluwe in 1989, en het doel veranderde van zorgen naar zorgen dat men weer een plek in de maatschappij kreeg.
In 2000 fuseerde het ziekenhuis Veldwijk met de Riagg Flevoland, Riagg Noord-Veluwe en Ribw Noord- en West-Veluwe tot GGZ Meerkanten.
De hoofdlocatie van Meerkanten bevindt zich nog steeds op de plek van het oude ziekenhuis Veldwijk en werd na de fusie "landgoed Veldwijk genoemd.
Over de Heerdt kan ik weinig informatie vinden. Waarschijnlijk is het eind jaren zestig gebouwd. Het gebouw had meerdere functies maar stond bekend als personeelsrestaurant. Daarnaast waren ook de ondernemingsraad en het bedrijfsmaatschappelijk werk hier gehuisvest. Ook werd de Heerdt gebruikt om een jublileum te vieren of een afscheid. Maar ook patiënten konden er activiteiten ondernemen zoals biljarten en een soos. Het gebouw gaat plaatsmaken voor nieuwbouw waarin ouderenzorg een plaats krijgt.
|