Vetinary School

bouwjaar: 1903
verlaten:
status: wordt gerenoveerd
foto's gemaakt op: 30-04-2010

Historie:
In 1762 werd in Lyon de eerste veeartsenijschool ter wereld opgericht. Rond die tijd werden ook elders pogingen ondernomen om leergangen voor dierenartsen op te zetten, toen met name gericht op de verzorging van paarden. In 1820 werd er in Utrecht een veeartsenijschool opgericht. Toen België onafhankelijk werd van Nederland werd er in Luik een veeartsenijschool opgericht, die functioneerde van 1835 tot 1839.  
Op 31 augustus 1831 geeft koning Leopold I een speciale commissie opdracht om de veeartsenijschool te Kuregem op te richten.
Op de oevers van de Zenne, dan nog bestaand uit velden en landerijen, wordt  op 8 juni 1836 bij koninklijk besluit de veeartsenijschool van Anderlecht in gebruik genomen. De school staat bekend onder de naam `Ecole de Médecine Vétérinaire et d'Agriculture de l'Etat' en bestaat in eerste instantie uit 2 dierenartsen en 3 artsen. Tot in 1850 worden hier zowel veeartsen als agronomen opgeleidt. Door het koninklijk besluit van 4 april 1890 wordt als toelatingsvoorwaarde voor studies aan de veeartsenijschool vereist dat men een diploma van kandidaat in de natuurwetenschappen kan overleggen. De school stopt dan met het geven van cursussen natuurkunde, scheikunde, plant- en dierkunde. Hoewel het de bedoeling is om in Kuregem naast veeartsen ook agronomen op te leiden zijn er bijna geen studenten die de specialisatie landbouwkunde kozen. Zelfs het aanbieden van speciale studiebeurzen door de regering veranderde daar weinig aan. Tijdens de hongersnood die België tussen 1845 en 1850 teisterde werd pijnlijk duidelijk hoe weinig mensen kennis hadden van landbouwwetensschappen en besloot de regering in 1849 zestien instellingen op te richten waar landbouwkundig onderwijs gegeven ging worden. Ook dit was geen succes. In 1855 waren er nog elf instellingen in bedrijf maar in 1858 nog maar vier. De wet van 18 juli 1860 bood een oplossing door de overgebleven vier instellingen de reorganiseren waardoor er 4 nieuwe scholen ontstonden: de veeartsenijschool van Kuregem, de twee tuinbouwscholen (te Vilvoorde en te Gentbrugge) en het centraal op te richten Instituut te Gembloers.
De hygiëne in de oude gebouwen is erg slecht. De Zenne, die al in 1863 werd  beschreven als een modderig riool, treedt regelmatig buiten haar oevers waardoor delen rond de school blank komen te staan. Een cholera-epidemie te Brussel in 1865 met 3500 doden was de aanleiding om de rivier tussen 1867 en 1871 in de stad te overwelven, maar de overstromingen bleven niet uit. Als rond 1900 meer en meer duidelijk wordt dat  de faculteit de uitbreiding van Kuregem ook in de weg staat wordt het gebouw gesloopt.  1903 tot 1909 - Onder leiding van architect F. Seroen wordt in 1903 tot 1909 het nieuwe complex gebouwd dat in 1910 in gebruik genomen wordt. (hier zijn ook de foto's gemaakt)
 In 1969 wordt de school, als eerste Faculteit Diergeneeskunde, opgenomen in de in 1817 opgerichte  universiteit van Luik en verliest daarmee haar onafhankelijkheid.
In de loop der jaren is de veeartsenijschool stukje bij beetje overgegaan naar het terrein van de Universiteit van Luik en 1991 verhuisde de gehle faculteit naar Luik. Sinds die tijd staat de oude veeartsenijschool er verlaten bij, maar blijft gelukkig goed beschermd tegen vandalen en zelfs tegen urban explorers. Het gehele complex beslaat 2.400vierkante meter en bestaat uit meerdere gebouwen waarvan een deel inmiddels is gerenoveerd en bewoond. De veeartsenijschool heeft sinds 1990 een monumentenstatus. In 1999 wordt de gemeente eigenaar van het gebouw, maar wist lange tijd niet goed welke invulling ze het complex moesten geven. Verschillende ideeën kwamen en gingen, zo zou er een poolcentrum komen en een centrum voor straatkunstenaars. Uiteindelijk is men het eens geworden en moet er een centrum voor economische ontwikkeling komen hetgeen betekent dat er zes of zeven bedrijven komen die professionele opleidingen zullen aanbieden, en twee conferentiezalen. Om de oude veeartsenijschool te renoveren heeft de gemeente Kuregem  3,936 miljoen euro subsidie van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling  gekregen. In 2013 moet de school gerenoveerd zijn.